Collageen – Stevigheid en elasticiteit bindweefsel
Collageen
70% van het menselijk bindweefsel bestaat uit collageen, een lijmvormend eiwit dat veelvuldig aanwezig is in onze huid, botten, gewrichten, pezen, spieren, maar ook ons kraakbeen, haar en onze nagels. We weten allemaal dat collageenvezels in de opperhuid (dermis) zorgen voor stevigheid en elasticiteit. Maar wist je dat collageen dezelfde eigenschappen heeft in het hele lichaam?
Wat is collageen?
Onze bindweefselmatrix bestaat onder andere uit verschillende vezelachtige eiwitten waarvan collageen de belangrijkste is. Collageen, afkomstig van het Griekse woord kolla, betekent in feite samenbinden en zorgt voor de stevigheid en de elasticiteit van de extracellulaire bindweefselmatrix van zowel mens als dier. Onder de meer dan 28 verschillende soorten collageen, zijn type I tot en met IV zowat de belangrijkste en meest voorkomende. Collageen type I komt met 90% het meest voor in het lichaam en vind je terug in de huid, botten, kraakbeen, bloedvaten, haar, nagels, pezen en gewrichtsbanden.
Hoe is collageen opgebouwd?
Collageen is een supramoleculaire structuur die opgebouwd is uit tropocollageeneenheden die met elkaar verbonden zijn. Deze eenheden zijn op hun beurt opgebouwd uit polypeptideketens die met elkaar verstrengeld zijn. De polypeptideketens zijn fundamentele bouwstenen bestaande uit herhalingen van het aminozuurmotief glycine-X-Y, waarbij X meestal proline en Y meestal hydroxyproline is. Daarnaast komen de aminozuren hydroxylysine, alanine, arginine, glutaminezuur en asparaginezuur ook in significante hoeveelheden voor.
De polypeptideketens vormen een linksdraaiende helixstructuur met slechts 3 aminozuren per winding. Dit beperkte aantal wordt opgelegd door de aanwezige proline. Het tropocollageen is dan weer een rechtsdraaiende structuur die 300 nm lang en 1,5 nm breed is en gevormd wordt uit drie polypeptideketens. Door de aanwezigheid van glycine kunnen de 3 polypeptideketens elkaar voldoende benaderen om waterstofbruggen te vormen. Door de afwezigheid van cysteïne kunnen geen disulfidebruggen gevormd worden.
Op hun beurt vormen de tropocollageenhelixen collageenvezels van 20 tot 200 nm breed.
Versnelde degeneratie van collageen
Verschillende factoren zorgen ervoor dat ons collageen niet efficiënt wordt aangemaakt of sneller gaat degenereren:
Vitamine C-tekort
Voor een correcte vorming van de drievoudige spiraalstructuur van collageen moet de proline voldoende kunnen hydroxyleren (OH-groep toevoegen). Het enzym dat hiervoor verantwoordelijk is heeft vitamine C nodig. Bij vitamine C-tekort zijn de gevormde collageenvezels minder stabiel. Scheurbuik is hiervan een extreem voorbeeld. Een gevarieerde voeding met veel groenten en fruit draagt bij tot stevigere en elastischere collageenvezels.
Leeftijd
Eigenlijk maakt ons lichaam zelf collageen aan. Maar na het 25ste levensjaar neemt de productie van collageen gestaag af en rond ons 50ste valt die productie zelfs bijna helemaal stil. Daardoor wordt onze huid slapper, ontstaan rimpels, worden onze spieren en gewrichten stijver en gaan de effecten van buitenaf een steeds grotere invloed uitoefenen op ons bindweefsel.
Zonlicht
Door uv-straling breekt het collageeneiwit sneller af. Bovendien stimuleert zonlicht de aanmaak van vrije radicalen en hiermee ook het aantal enzymen die de aanmaak van collageen blokkeren. Smeer je bij mooi weer voldoende in en eet voldoende vitamine C-rijke voeding.
Roken
Net zoals zonlicht zorgt roken ook voor veel vrije radicalen die schadelijk zijn voor het collageen. Verstokte rokers zijn vaak herkenbaar door hun slechte huidconditie en diepe rimpels.
Suiker
Suikermoleculen zetten zich vast aan eiwitmoleculen zoals collageenvezels. Dit proces heet glycatie en heeft als gevolg dat het collageen zijn functie verliest en de huid verouderingsverschijnselen vertoont zoals verlies aan elasticiteit, rimpels en pigmentvlekken.
Zijn collageensupplementen een oplossing?
Hoewel degeneratie van collageen zich in het hele lichaam manifesteert, liggen we meestal vooral wakker van opkomende rimpels, pigmentvlekken, huidverzakkingen en cellulitis. Daarom heeft de markt zich vooral toegespitst op het ontwikkelen van collageen die ingezet kan worden voor cosmetische toepassingen.
Supplementen zijn verkrijgbaar onder de vorm van poeder, capsules, tabletten, hydrolysaat. In de plastische chirurgie wordt het toegediend onder de vorm van injecties.
Wat doet collageen in cosmetische producten,
Huid
In cosmetische producten heeft collageen tot functie om de huid een beschermende laag te geven. Omdat collageen zo gemakkelijk bindt en opvult, wordt het ook veel toegepast in de plastische chirurgie onder de vorm van injecties. Collageen staat dan ook hoog in de top 5 van de anti-agingproducten. Het maakt de huid van het gezicht en het lichaam stralend, zachter, gladder en soepeler.
Haar
Shampoos met collageen leggen een laagje om de haren wat het haar meer volume geeft en glanzender en sterker doet uitzien.
Nagels
Ook de nagels worden sterker door het gebruik van collageen.
Verkrijgbare collageensoorten voor cosmetische toepassingen
Collageen kan zowel uit plantaardige als uit dierlijke bronnen worden aangemaakt.
Viscollageen is het meest verwant met dat van de menselijke huid en wordt vooral gebruikt voor zijn hydraterende eigenschappen.
Rundercollageen heeft ongeveer dezelfde eigenschappen als viscollageen maar wordt sinds het uitbreken van de gekkekoeienziekte (BSE) minder toegepast omdat de ziekte via injecties zou kunnen overgebracht worden.
Varkenscollageen geeft geen gevaar voor BSE-besmetting en is goed bewerkbaar waardoor het gemiddeld 1jaar in de huid kan blijven zitten.
Plantencollageen gelijkt het minst op menselijk collageen en wordt eerder gebruikt om een beschermende laag op de huid aan te brengen.
Welke types collageen kennen we?
Momenteel kennen we zo’n 28 types collageen waarvan de eerste de belangrijkste zijn:
Collageen type 1 vertegenwoordigt 90% van alle collageen in het lichaam en bevindt zich vooral in huid, haar, nagels, botten, kraakbeen, bindweefsel, gewrichtsbanden, fascie, pezen en bloedvaten.
Collageen type 2 bevindt zich vooral in gewrichten, tussenwervelschijven, ribben, neus, strottenhoofd, luchtpijp en zijn vertakkingen.
Collageen type 3 is vooral aanwezig in huid, bloedvaten, slijmvlies rond gewrichten (synovia), snelgroeiende weefsels en weefsels verantwoordelijk voor wondherstel.
Collageen type 4 bevindt zich vooral in het basale membraan zoals filtratiemembranen en capillairen.
Collageen type 7 vind je vooral in urinewegen en geslachtsorganen.
De andere collageentypes vind je meestal in combinatie met collageen type 1, 2 en/of 3.
Collageen via de voeding
Het collageentype is afhankelijk van het voedingsmiddel waarin het zich aanbiedt. Zo bevat rundercollageen type 1 en 3 collageen dat belangrijk is voor de groei en het herstel van botten, pezen en huid. Viscollageen is rijk aan type 1 collageen maar bevat ook hydroxyproline dat een belangrijk onderdeel is van huid, bloedvatwanden en andere bindweefsels.
Omdat collageen opgebouwd is uit aminozuren, waarvan een aantal niet door de mens zelf aangemaakt kunnen worden (essentiële aminozuren), moeten we die uit de voeding halen. Essentiële aminozuren komen hoofdzakelijk uit dierlijke producten zoals vlees, vis en eieren, nauwelijks uit plantaardige voedingsmiddelen.
Vooral botten, huid, beenmerg en pezen van dieren zijn rijk aan collageen maar die staan vandaag helaas niet meer op het menu in tegenstelling tot onze voorouders. Daardoor wordt het moeilijk om dagelijks voldoende collageen op te nemen via de voeding en zijn we voor een stuk aangewezen op supplementen.
Wat je misschien ook nog wou weten over collageen
Collageencrèmes werken eigenlijk niet. Collageenmolecules zijn te groot om de huid te passeren en kunnen dus niet opgenomen worden. Crèmes die de beschermende huidlaag breken om de opname te verbeteren zorgen ook niet voor een betere opname.
Hoewel runder- en viscollageen ongeveer dezelfde eigenschappen hebben, zou viscollageen het meeste gelijken op dat van de mens, is duurzamer en beter opneembaar.
Collageen wordt ook aangeboden onder hydrolysaatvorm waarvan de eiwitten gedeeltelijk zijn afgebroken zodat het gemakkelijk te vermengen en beter opneembaar is door het lichaam.