Polyolen & steviolglycosiden – Kunstmatige zoetstoffen

9 december 2022

medibib2

In een vorig artikel hebben we de gekendste intensieve zoetstoffen onder de loep genomen, deze keer gaan we het hebben over de polyolen, een andere reeks vaak gebruikte zoetstoffen in onze voeding en geneesmiddelen.
De polyolen
Polyolen zijn niet intensieve zoetstoffen, ook wel suikeralcoholen genoemd, die ongeveer half zo zoet of even zoet zijn als gewone suiker. Ze hebben dus een lagere zoetkracht dan de intensieve zoetstoffen. Ze worden industrieel gemaakt, maar komen in kleine hoeveelheden ook van nature voor in fruit en sommige groenten.
Polyolen staan op het etiket vermeld onder de koolhydraten. Hun calorische waarde is lager dan die van gewone suiker en bedraagt 2,4 kcal (4 kcal voor gewone suiker). Het lichaam kan ze moeilijk verteren (onverteerbare koolhydraten) waardoor ze niet opgenomen worden door het lichaam. Ze verlaten het lichaam onveranderd via de ontlasting en hebben nauwelijks of geen invloed op de bloedsuikerspiegel. Dit kan belangrijk zijn voor mensen met diabetes.
Polyolen herken je aan hun naam die eindigt op -ol zoals sorbitol, maltitol of xylitol. Vaak worden ze gewoon vermeld het hun E-nummer. Polyolen worden niet alleen gebruikt als zoetstof, ze kunnen ook ingezet worden als emulgator, stabilisator, bevochtigingsmiddel, verdikkingsmiddel of textuurmiddel.
Overmatig gebruik van polyolen kan leiden tot maagdarmklachten zoals darmkrampen, winderigheid en diarree. Voedingsmiddelen waar meer dan 10 % toegevoegde polyolen inzitten moeten volgens de Europese wetgeving de volgende waarschuwing bevatten op het etiket: “Overmatig gebruik kan een laxerend effect hebben.” Wie gevoelige darmen heeft wordt aangeraden om ze slechts met mate te eten.
De meest gebruikte polyolen
  • Xylitol (E967)
    Xylitol heeft ongeveer dezelfde zoetkracht als gewone suiker, maar met slechts 2,4 kcal. Deze zoetstof wordt synthetisch geproduceerd uit houtsuiker (xylose), die terug te vinden is in tal van planten zoals de berkenboom, stro, maïskolven en kokosnoot. Xylitol komt ook van nature voor in groenten en fruit en het menselijk lichaam maakt het gewoon zelf aan tijdens de normale stofwisseling. Deze zoetstof werd dus als veilig aangeduid door de Europese Voedselautoriteit EFSA.
    Xylitol is echter dermate laxerend dat het gebruikt wordt in heel wat vrij verkrijgbare laxeermiddelen. Maar xylitol zou ook wel een aantal gezondheidsvoordelen hebben. Het remt de bacteriegroei af en geeft snel een fris gevoel in de mond. Vandaar dat het veel gebruikt wordt in muntjes en kauwgom. Verder zou xylitol de opname van calcium ondersteunen en zo osteoporose afremmen. Tegenwoordig wordt deze zoetstof ook gebruikt in een aantal light producten en koekjes.
    Terwijl xylitol vrij onschuldig is voor de mens, moet je als dierenliefhebber wel erg opletten want voor honden is xylitol een levensbedreigend gif.
     
  • Erythritol (E968)
    Deze zoetstof komt van nature voor in fruit, paddenstoelen, wijn, kaas en sojasaus en heeft een lagere zoetkracht dan gewone suiker. Erythritol is de enige polyol zonder caloriewaarde. In tegenstelling tot de andere polyolen wordt erythritol voor een groot stuk opgenomen in de grote darm en zo goed als volledig uitgescheiden via de urine.
    Erythritol is door de Europese Voedselautoriteit EFSA als veilig bevonden en wordt vooral gebruikt omwille van zijn frisse smaak in kauwgom, maar ook in snoepgoed, koolzuurhoudende frisdranken, confituur, koekjes en desserts.
    Erythritol is goed oplosbaar in water en wordt vaak samen met andere zoetstoffen gebruikt om de levensduur van voedingsmiddelen zoals gebak te verlengen. In combinatie met vaste vetten zoals boter, cacaoboter en kokosvet geeft erythritol een nogal vettig uitzicht.
     
  • Maltitol (E965)
    Deze zoetstof komt van nature voor in tarwe en maïs en heeft een zoetkracht van 0,75 à 0,9 keer die van gewone suiker. Maltitol is verkrijgbaar in poedervorm en als siroop.
    Maltitol heeft een caloriewaarde van 2,4 kcal en is goedgekeurd door de Europese Voedselautoriteit EFSA.
    Maltitol lost goed op in water en kan gebruikt worden in culinaire bereidingen. Maltitol heeft als voordeel dat het niet karamelliseert en bruin wordt (Maillardreactie) en wordt in de keuken vooral gewaardeerd om zijn knapperige textuur, goede stabiliteit en een zoete smaak die sterk gelijkt op die van sucrose.
    Maltitol wordt als zoetstof gebruikt in kauwgom, snoepgoed, gebak, confituur en desserts.
     
  • Mannitol (E421)
    Mannitol komt van nature voor in planten, meer bepaald in zeewier en paddenstoelen en heeft een zoetkracht van 0,7 keer die van gewone suiker.
    Mannitol wordt industrieel geproduceerd door een verhardingsproces (hydrogenatie) van fructose die op zijn beurt gemaakt wordt uit zetmeel door inwerking van micro-organismen.
    Mannitol is door de Europese Voedselautoriteit EFSA als veilig bevonden, is zacht en verfrissend van smaak en heeft geen nasmaak waardoor het gebruikt kan worden in verschillende bereidingen. We vinden deze zoetstof vooral terug in bakkersproducten, babyvoeding, desserts en snoepgoed. Omdat mannitol de neiging heeft om voedingsmiddelen zuur te laten smaken, wordt het vaak gecombineerd met natriumbicarbonaat (baking soda).
     
  • Sorbitol (E420)
    Deze stof is maar half zo zoet als gewone suiker en komt van nature voor in fruit. Sorbitol wordt langzaam en op dezelfde manier als glucose gemetaboliseerd in het lichaam maar levert slechts 2,4 kcal.
    Deze door de Europese Voedselautoriteit EFSA veilig bevonden zoetstof is verkrijgbaar als siroop. Sorbitol is fris van smaak en wordt daarom vooral gebruikt in kauwgom, snoepgoed, maar ook in confituur en desserts.
    Deze zoetstof is goed oplosbaar in water en houdt water goed op waardoor ze bereidingen een smeuïge textuur geeft. Als stabilisator helpt ze om gebak en andere voedingswaren langer te bewaren.
     
Een veilig alternatief met en bijzondere zoetkracht
 
  • Steviolglycosiden (E960)
    Deze zoetstof, beter bekend onder de naam Stevia wordt gewonnen uit het blad van de steviaplant (Stevia rebaudiana). Steviabladeren worden in de Zuid-Amerikaanse landen Paraguay en Brazilië al eeuwenlang gebruikt als zoetmiddel in o.a. thee.  
    De steviabladeren worden geweekt, de waterige oplossing wordt vervolgens gezuiverd en gedroogd totdat er steviolglycosiden (stevioside of rebausioside) kristallen overblijven.
    Steviolglycosiden worden niet door het lichaam opgenomen maar worden door de darmflora omgezet in steviol, die wel gedeeltelijk door het lichaam opgenomen wordt. Het overige deel verlaat het lichaam via de ontlasting. De door het lichaam opgenomen steviol bindt zich in de lever aan glucuronzuur en verlaat op die manier het lichaam via de urine. Steviolglycosiden en steviol leveren geen calorieën.
    Voor steviolglycosiden is de veiligheid vastgesteld op een ADI van 4 mg per kilogram lichaamsgewicht. Steviolglycosiden zijn echter 200 tot 300 keer zoeter dan gewone suiker wat betekent dat je slechts heel kleine hoeveelheden nodig hebt om dezelfde zoetkracht te bereiken.
    Steviolglycosiden zijn hittebestendig waardoor ze perfect geschikt zijn als zoetstof om warme gerechten te bereiden zoals gebak. Steviolglycosiden zijn stabiel tussen een pH van 3 en 9, ze zijn niet fermenteerbaar en kleuren niet bruin bij verhitting. Het enigste nadeel is dat ze een bittere nasmaak hebben.
    De Europese wetgeving heeft bepaald in welke voedingsgroepen het gebruik van stevia toegestaan is: gearomatiseerde niet alcoholische dranken zoals limonade, melk- en sojadrankjes, maar ook bier, consumptie-ijs, groenten- en fruitbereidingen, confituur, chocolade, snoepgoed, kauwgom, ontbijtgranen, desserts, sauzen, tafelzoetjes en voedingssupplementen.
     
Hoe wordt de veiligheid van kunstmatige zoetstoffen bepaald
In Europa wordt de voedselveiligheid vastgesteld en streng bewaakt door de Europese Voedselautoriteit EFSA (European Food Safety Authority). De opgesomde zoetstoffen in dit tweedelig artikel zijn grondig onderzocht door onafhankelijke wetenschappers en veilig bevonden voor gebruik in voedingsmiddelen. Dat betekent dat de veiligheid met voldoende zekerheid aangetoond moet zijn bij een levenslang dagelijks gebruik onder de Aanvaardbare Dagelijkse Inname (ADI).
De laagcalorische zoetstoffen behoren tot de meest onderzochte stoffen (lees voedingsadditieven). Ondanks het feit dat ze veilig bevonden zijn, zijn er heel wat mensen die klachten ondervinden na het gebruik ervan. Val jij onder deze overgevoelige mensen, lees dan goed de etiketten of beter nog: eet verse producten waaraan geen voedingsadditieven zijn toegevoegd.
Let vooral ook op de specifieke waarschuwingen zoals:
  • Bevat aspartaam (E951), een bron van fenylalanine.” Belangrijk voor mensen met de aandoening fenylketonurie (PKU)
  • Overmatig gebruik kan een laxerend effect hebben.” Dit staat op levensmiddelen met meer dan 10 % toegevoegde polyolen en is belangrijk voor mensen met gevoelige darmen.
 
Het bos door de bomen? Speel op veilig
In onderstaande tabel vind je een overzicht van de meest gebruikte zoetstoffen op de markt, die we proberen op te delen in functie van hun veiligheid voor je lichaam.
Besluit
Wil je zo gezond mogelijk eten en tegelijk ook optimaal genieten? We geven je nog enkele tips mee …
  • Sommige gerechten kunnen niet zonder zoetstof bereid worden. Geef hierbij de voorkeur aan ongeraffineerde natuurlijke suikers, rauwe honing en veilige zoetstoffen.
  • Vermijd geraffineerde suikers, zij zorgen voor een sterk schommelende bloedsuikerspiegel, insulinepieken en vetopslag.
  • Vermijd intensieve zoetstoffen. Ook al zijn ze veilig bevonden door het EFSA, het blijven lichaamsvreemde stoffen die overgevoeligheidsreacties kunnen uitlokken en schade kunnen veroorzaken in het lichaam. Bovendien misleiden ze je hormonen en wakkeren ze ook je drank naar zoet aan.
  • Zoals we in eerdere artikels al geschreven hebben: verminder je suikergebruik en bouw geleidelijk aan je drang naar zoet af door te ontwennen.